Startpagina | Over deze site | Contact
U bevindt zich hier: Startpagina » Invloed » Letteren » Inspiratie en navolging

P.N. van Eyck

P.N. van Eyck betoogde in een artikel over Leopolds gedichten in De Gids, dat zijn kwatrijnen

"zijn ingelijfd in Leopolds, in onze poëzie. De schoonheid, de zoetheid der aarde, de onherroepelijke vergankelijkheid van alle verschijnselen, de heerlijkheid der liefde in het eene ondeelbare oogenblik van geluk op die oneindige kringloop van het wordende, bloeiende, dragende, welkende, ontwordende, dat eeuwig herboren en eeuwig stervende leven; dan, de diepe, bloedwarme waarheid die de ingeschapen zoetheid des levens tot haar wonderlijke verzadiging zingt, schoon zij weet dat alle lust en geluk en vrede van menschen in pijn en in onrust hun wortel hebben, in pijn en onrust verteeren; eindelijk, dat een Onnoembare door alle lust en pijn van lichamelijkheid zijn onbegrijpelijke daden bedrijft en dat het goed is zich aan hem over te geven ook als de overgave de scheiding is, - aan al die gedachten, en andere die daaruit oprijzen, de onwijsheid van al te gretige expansie, de wijsheid die het eene gegeven moment der realiteit als toereikend ervaart, de wijsheid der teruggetrokkenheid, die weet dat het leven beter in zijn diepte dan in zijn uitgebreidheid doorleefd wordt, aan allen heeft Leopolds mijmering zich kunnen wegschenken om er genezen en bevredigd zich zelf in te hervinden."
('Nederlandsche poëzie. J.H. Leopold'. In: De Gids. Jaargang 88. Amsterdam, 1924, pp. 403)